Het eiland Koh Chang ligt rechtsonder Bangkok, tegen de grens van Cambodja en is onderdeel van het Koh Chang National Marine Park (zie kaart hier). Het eiland is voornamelijk populair bij Thaise toeristen die vooral rond het weekend een paar dagen in dit tropische oord verblijven. Vanaf Bangkok is het 6 uur met de bus en een uurtje met de boot.
Een week geleden zijn we hier aangekomen, samen met onze, veel te zware, rugzakken. Na slechts 100 meter vanaf ons hotelletje in Bangkok besloten we unaniem de helft van alle bagage op termijn eruit te gooien. Op termijn betekent hier: zo snel mogelijk!
De eerste twee uur rijdt de bus nog door Bangkok, hetgeen neerkomt op twee uur gratis straat- en verkeertheater. Vooral de vele brommers zorgen voor ontelbare hoogtepunten tijdens dit schouwspel. Wat wel opvalt: elke bestuurder draagt een helm, daar zijn ze hier erg strict in. Minder strict zijn ze op het gebied van de hoeveelheid personen op een brommer. Het maakt niet uit met hoeveel je op de brommer zit (mam-vrouw-2 kinderen-hond-oma, en niet perse in deze volgorde), als de bestuurder maar een helm draagt. NB. Ik zeg "bestuurder" niet "de voorste op de brommer", want voor de bestuurder zit meestal nog een opa, die de boodschappen draagt.
Wij verzinnen al gauw ons eigen spel (je weet hoe we zijn: overal en altijd bedenken we wel een spelletje): wie de meeste personen op 1 brommer kan spotten.
Halverwege de weg naar Koh Chang komen we een openlucht Highway Market tegen. Ruim 1 kilometer lang staan pick-up trucks op de buitenste rijstrook, soms 2 rijen dik, allemaal, volgeladen met fruit. De bestuurders zijn druk aan het onderhandelen met elkaar, terwijl het verkeer op 1 meter afstand met 100 km/uur langskomt.
Plots schieten we langs een pick-up truck zonder fruit. In plaats van een lading appels draagt deze een metershoog gouden Buddha beeld. Voor het beeld zit een monnik, traditioneel in oranje kledij en een ziekenfondsbrilletje, de offers van de fruithandelaren in ontvangst te nemen.
Angelique ziet de monnik niet en dat maakt de stand van een ander spelletje 4-1. We tellen namelijk het aantal monnikken dat we zien. Het punt gaat naar de 'spotter'...
Op Koh Chang heeft het giga geregend, is het donker, zijn alle wegen modderig en glad en zijn alle taxichauffeurs overduidelijk zo dronken als torren. Daarbij komt de teleurstelling van de kamer: een betonnen kuip als bed, benauwd als een oven en alleen koud water. Tijdens de nacht begint het enorm te onweren. Welkom op Koh Chang.
De volgende dag zien we het zonniger in, als we ontwaken met sea view...
De eerste dag hebben we als missie: een nieuw hotel zoeken. Dat lukt uiteindelijk, want aan aanbod hier geen gebrek. Daarnaast het feit dat er werkelijk geen enkele toerist te bekennen is, dus er wordt veel korting aangeboden. De enige toeristen zijn Thaise families.
Ons volgende hutje ligt aan hetzelfde strand als de eerste: Khlong Prao beach, idyllisch in alle opzichten, behalve de zee. Door de vele regens (het is hier regentijd en dat gaat gepaard met regen, zegt men) en windstoten is er geen helder water. Helaas, Koh Chang is een van de betere duikplekken van Thailand, maar dat gaat dus niet lukken voor ons.
Geen paniek, we kwamen hier toch om uit te rusten. En er is hier genoeg te doen.
Koh Chang is namelijk redelijk groot (na Phuket het grootste eiland van Thailand), heel tropisch (meer dan 70% bedekt door tropisch regenwoud) en bergachtig. We proberen dit eiland eerst te voet te verkennen, maar dat is onbegonnen werk in deze hitte, helemaal als je het doet op het heetst van de dag (zoals wij).
Als we ergens wat drinken, laten we ons een brommer aansmeren. De restauranthouder is stoned als een garnaal, biedt ons direct hasj aan als we zeggen uit Amsterdam te komen en vertelt wel 14 keer dat hij een vriend heeft in Amsterdam. Samen met hem heeft hij 15 jaar terug het land gekocht waarop we nu staan. Toen was hier nog niets: geen elektra, geen weg, geen water en geen toeristen.
Nu wordt overal langs de weg en het strand gebouwd. Het lijkt hier wel de Egyptische kust (dat is onze mening, niet de zijne). Overal schieten resorts als paddestoelen uit de grond. Hoe snel schiet eigenlijk een gemiddelde paddestoel uit de grond? In Thailand waarschijnlijk erg snel.
Stonie Tonie is er niet echt blij mee. Goed voor de zaken, maar slecht voor het eiland. We drinken ondertussen water uit Amstel-glazen. Als blijkt dat ik vandaag toevallig een Amtel T-shirt draag, wordt zijn dochter (of erg jonge vrouw) erbij gehaald. "Wat een toeval. Glas en T-shirt komen allebei uit Amsterdam!". Tijd voor nog n keer het "ik heb een vriend in Amsterdam" verhaal.
Een paar dagen doen we helemaal niets. We liggen als enige op het strand, nemen af-en-toe een quick dip in het warme water en lezen daarna weer verder. Het regent en onweert bijna elke nacht. Daardoor is het overdag wat minder bedrukkkend.
We bezoeken halverwege de week de Khlong Plu waterval in het National Park, bereikbaar via een goed begaanbaar pad door het regenwoud.
De Thaise National Park Authority heeft elke 10-20 meter langs het pad hele subtiele en verzorgde borden geplaatst, ter waarschuwing van de onwetende toerist: "Keep Clean", "Slippery Walkway", "Keep Eye On Children While Swimming", "Do Not Play With Python Or Cobra Snakes", etc...
Waarom er zoveel staan en waarom ze zo groot zijn (manshoog, circa 1.75m), is onduidelijk. Volgens Angelique markeren ze wel lekker het pad. Als je 50 meter lang geen bord tegenkomt dat zegt "Mieren van rechts hebben ook hier voorrang", zit je niet meer op een officieel National Park pad.
De waterval is mooi en hoog (30-40 m) en vol water (regentijd!). In de swimming hole, die door de waterval is ontstaan, zit een groepje Thaise dames elkaars haar te wassen.
Als wij bij de poel komen, is dat reden tot hilariteit. Alle verlegenheid die Thai in het dagelijkse leven tentoonspreiden, wordt overboord gegooid bij dit soort gelegenheden. Ik word helemaal nat gespetterd, terwijl Angelique aan de hand wordt genomen en hoffelijk naar de andere kant van de poel wordt geleid. En bedankt, dames! Ook wij dobberen even later in het fantastisch koude water.
Gisteren zijn we met twee brommers naar het zuiden van het eiland geweest. Dit is het deel dat nog niet geheel bebouwd is, maar het begint te komen. Ze zijn druk bezig om een weg aan te leggen naar deze prachtige stranden, dus het duurt niet lang meer. Het blijkt een heel avontuur om hier te rijden. Door de modder, over half-klare en half-vergane wegen waar monstergrote kiepwagens, terwijl ze vanwege de steile helling langzaam wegglijden, rustig beginnen met het storten van hun lading (nog meer modder!). Als na verloop van tijd de motor van Angelique oververhit wordt van de vele bergen, vinden we het genoeg en zetten we er een punt achter.
s Avonds zitten we lekker lang in ons favouriete restaurant, wint Spanje van Ierland en checken we de mail. Internet is hier 5 * duurder dan in Bangkok (5 baht per minuut, circa 7,50 euro per uur). Er liggen nog geen telefoonlijnen naar de westkust van Koh Chang. Als het telefoonverkeer gaat via de mobiel of via de sateliet...
Vandaag gaan we plannen wat we na Koh Chang gaan doen. Eerst Noord Thailand en daarna Vietnam en Laos. Dat laatste weten we nog niet zeker. We hebben het nu al helemaal gehad met de anti-malaria maatregelen. We doen ons best, maar worden echt helemaal lekgestoken... En Koh Chang is echt malaria-gebied nummero uno in Thailand! Dat belooft wat voor Noord Vietnam...
Het volgende verhaal in deze reisreeks is...
Dit zijn slechts een paar van de landen op deze site. Kijk onderaan deze pagina↡ of in het menu↟ voor alle landen waarover we verhalen en foto's hebben.