Om naar Luang Prabang, in het midden van Loas, te komen, vliegen we vanaf Sukhothai (Thailand). Sukhothai Airport is het mooiste vliegveld dat we ooit hebben gezien. Het is klein, maar we worden ontvangen alsof we op Fantasy Island komen logeren bij Christopher Lee en dat kleine mannetje! Het heeft nemalijk de uitstraling van een zeer luxe resort met allemaal kleine gebouwen met rieten puntdaken. Alles wordt omringd door goed verzorgde bloemperken en vijvers vol met lelies en fonteinen.
Het vliegveld is eigendom van Bangkok Airways, de 2e maatschappij van Thailand, na het grote THAI. THAI staat bekend om de slechte service. Het is zo erg, dat vorig jaar de premier van Thailand in een interview de THAI service "horrible" noemde. Stel je voor dat Wim Kok zegt: "KLM? Daar vieg ik nooit meer mee!"
Dan doet Bangkok Airways het beter: we worden als gasten ontvangen, we krijgen twee tickets (125 euro pp, enkeltje Sukhothai - Luang Prabang) en een VIP check-in. De immigratie officers besteden een heel kwartier aan onze paspoorten. De visa moeten natuurlijk in het systeem verwerkt worden. Twee stokoude mannen in het groen met een heel rijtje lintjes proberen met een muis Windows te doorgronden. Terwijl de balie ernaast vier man (2 van de immigratie, 2 van Bangkok Airways) ook al een kwartier naar het windows inlogscherm zit te kijken. Maar het gaat allemaal met een enorme rust en vriendelijkheid. Heerlijk!
De vertrekhal heeft veel faciliteiten: gratis internet, gratis drankjes en fruit, gratis magazines en kranten, etc... En erg mooie toiletten.
Het vliegveld van Luang Prabang is minder mooi. Als we buiten staan, wachten we op de gebruikelijke "adviezen" op het gebied van guesthouses en taxis. Sterker nog: we rekenen erop. We hebben een te oude Lonely Planet van Laos bij ons, dus voor het eerst denken we: "Laten we eens serieus kijken naar wat die mensen eigenlijk allemaal aanbieden". Dus we wachten op aanbiedingen.... en wachten.... en wachten....
HELEMAAL NIETS!
Er zijn wel wat mensen die overduidelijk een dergelijke functie bekleden, maar die kijken ons vriendelijk aan, knikken en laten ons met rust. Onze eerste indruk van het Laotiaanse volk.
Uiteindelijk lopen we zelf op iemand af. Ja hoor, natuurlijk kunnen we mee.
Even later slaat de tuk-tuk halverwege een heuvel af en begint langzaam terug te rollen, tegen het verkeer in. De driver lacht vrolijk en ziet er de humor wel van in. Wij ook wel, ware het niet dat wij vanuit de achterklep de uitwijkingspogingen zien van achterliggers.
Het Phoun Sab Geusthouse was een van de weinige die in onze oude Lonely Planet (1998) stond en blijkt nog steeds te bestaan. De prijzen zijn zelfs gedaald. Dat komt door de concurrentie, want LP is een redelijke toeristenplek geworden. Er zijn vooral veel Nederlanders onder de toeristen. Dat is minder, want dan moeten we wat meer op onze woorden letten.
LP is wel erg leuk. De straten zijn relaxed, het verkeer is relaxed en de Lao mensen zijn relaxed. Ze vinden het allemaal wel goed zo, lijkt het. Voorbeeld: als we aan een travel agent vragen over de prijs van een tripje, verwijst hij ons naar een andere plek, waar het "much cheaper" is dan bij hem! Verbaasd lopen we weer weg. Zo werkt dat hier.
Laos is een communistisch land, maar er zijn veel invloeden uit de (Franse) koloniale tijd te zien. Hier in LP wonen veel mensen in stenen huizen met witte hekjes er omheen. Er zijn veel bakkerijen en winkels met stokbroden en pistoletjes kaas (JAAAAA! Eindelijk na 6 1/2 week Thailand!), bagels met creamcheese, goede koffie, etc...
We fleuren helemaal op.
LP staat vol met belangrijke tempels en de hele stad (!) is dan ook een World Heritage Site van UNESCO. Er lopen dus veel monks op straat. Elke ochtend vroeg, gaan deze langs de huizen van de Laotianen en krijgen eten. Deze ochtend is deze "aalmoes-traditie" extra speciaal: het is vandaag het begin van de Buddistische Lent: de rusttijd in het regenseizoen. Vandaag zijn er nog veel meer mnks dan normaal en staan alle Laotianen wel op straat.
Wij dus ook, ondanks het feit dat het erg vroeg is: 5.30.
De laotianen spreiden voor hun deur kleedjes uit met allerlei eten. Veel rijst, droog of in bladeren gevouwen. Wij kopen ook wat eten van speciale aalmoes-verkopers die goede zaken doen.
De eigenaren van het guesthouse staan ook buiten en leggen alles uit. Het geven van eten aan de monks is goed voor alles: geesten van overledenen, kinderen, familie, business, geluk, gezondheid, etc...
Angelique wordt uitgenodigd om op hun kleedje te komen zitten en mee te offeren. Erg lief.
Al gauw komt er een stoet monniken aangelopen, in groepjes van 10-20. Bij elke deur krijgt elke minnik iets te eten in zijn speciale bak. Daarnaast geven ze ook eten terug.
Het gaat hier namelijk niet alleen om het geven van eten vanuit de Laotianen aan de monks, , maar ook om het geven vanuit de monks. Op straat geven ze symbolisch eten terug aan de mensen die staan te offeren, maar later zullen ze het eten doorgeven aan arme mensen, ziekenhuizen, etc... Elke groep monks heeft dan ook een hele schare jongetjes meelopen met grote boodschappentassen. Daarin worden de etensbakken geleegd als ze vol met aalmoezen zitten.
Tuan (een Lao uit Duitsland waar we een paar dagen mee optrekken) zegt ook later: "In West-Europa geeft men in de kerk geld, omdat het moet en omdat de buurman meekijkt. Buddhisten geven met het hart."
Dat is ook echt te zien: men geeft grif en in grote hoeveelheden. Maar wel naar draagkracht.
Even later stopt er een toeristenbus vol met Thai. Ze stappen uit en zijn direct in toeristen-modus: heel opdringerig met foto's en camera. Jeroen neemt ook foto's, maar heeft het eerst even gevraagd of dat kon.
De houding van de Aziatische toeristen duurt 5 minuten. Als er genoeg foto's zijn genomen, gaan ze zelf in de geef-rij staan. En geven gul! Hele stapels bankbiljetten en volle enveloppen gaan in de bakken. Er komen kartonnen dozen uit de bus met pre-packed food. Alles gaat op. En met het hart, dat is duidelijk te zien.
Na 1 1/2 uur is het over.
Na het ontbijt gaan we naar de steigers voor boten naar de Pak Ou grotten. Voor US$10 huren we een boot voor 4 uur.
De weg naar de grotten is mooi. De Mekong is leeg, breed, snelstromend, modderbruin en mistig in de ochtendzon. Dichte bossen lopen tot in de rivier. Kruinen van bomen steken nog net boven het wateroppervlakte uit. Bij laag water zullen ze weer helemaal tevoorschijn komen.
Af-en-toe zie je een opening in de takken. Een steil paadje loopt dan naar een hutje toe.
De grotten van Pak Ou zijn van buiten mysterieus. Een klif van 60-70 meter hoog rijst op uit het bruine water. Onderaan de klif zit opeens in en scheur een mooi betonnen zierhekje, zoals je die bij tempels ziet. Heel apart. Deze openening is een geliefd postcard-onderwerp.
De grotten zelf zijn klein, nietszeggend en daardoor zwaar 'overpriced'. Er staan honderden buddha beelden, volgens alle brochures. Dat lijkt heel wat, maar het stelt heel weinig voor.
De grot is kleiner dan 30 m2, met 1 oninteressant altaar en een bonte verzameling andere buddha images. Deze verzameling (kleine!) beelden lijkt er alleen maar neergezet om "vel beelden neer te zetten". De achtergrond en historie van de grot is interessanter dan de grot zelf, want deze was heel belangrijk voor de (voormalige) koninklijke familie van Laos.
We worden nog afgezet in wat 'real villages', maar we hebben het gauw gezien: alleen maar verkoopstalletjes.
We willen graag weer varen, want de Mekong rivier is echt groots!
Het volgende verhaal in deze reisreeks is...
Dit zijn slechts een paar van de landen op deze site. Kijk onderaan deze pagina↡ of in het menu↟ voor alle landen waarover we verhalen en foto's hebben.